zondag 29 januari 2012
Topsport? Nee dank je.
Dat ik niet bepaald 's werelds grootste voetbalfan ben mag bij een ieder inmiddels wel bekend zijn. Het is al zo erg dat ik het competitieschema angstvallig in de gaten houd om te kunnen bepalen welke hashtags ik op twitter nu weer moet gaan filteren. Het zijn de zondagmiddagen dat ik de meeste moeite heb om met een open mind naar de wereld en de mensen om mij heen te blijven kijken. Jullie moeten me geloven: ik heb in de basis eigenlijk niets tegen sport. Ook niet tegen voetbal. Iets dat een hele grote groep mensen wekelijks voorziet van oprechte gevoelens van vreugde heeft voor mij in de basis net zoveel waarde als een goed gesprek, een mooie theatervoorstelling, een ontroerend muziekstuk of een tango vol van passie. Het maakt voor mij daarbij geen verschil of je de vreugde beleeft door het zelf te doen of door er alleen naar te kijken. Om met een cliché te smijten: Het zijn juist deze kleine dingen die ons leven zo speciaal maken.
Maar daar zit hem precies het probleem. Er kwam een dag waarop een groep commercieel belanghebbenden bepaalde dat ze bergen met geld konden verdienen door die kleine dingen groter te maken dan ze werkelijk zijn. Het enige dat je hoeft te doen om het gewone volk daar ook in te laten geloven is hen lang genoeg bombarderen met dezelfde boodschap. Om die boodschap van de grootsheid van topsport kracht bij te zetten maak je gebruik van zorgvuldige positionering van door het volk te vereren helden, het liefst in combinatie met een beetje brand placement hier en daar. Het gaat immers niet alleen om de macht, maar vooral ook om de knikkers.
Na de "heldendaden" zorg je dat op elke TV zender een groep mensen bij elkaar komt om de boel nog eens flink te analyseren. De volgende dag zorg je dat de kranten bol staan van artikelen waarin de analyses van de vorige avond nog even grondig worden doorgelicht. Zodat het volk goed beseft hoe ongelooflijk belangrijk deze heldendaden en het bijbehorende heldendom wel niet zijn.
Na jaren van dit soort psychische terreur is inmiddels het stadium bereikt dat een groot deel van de volksmassa volledig verslaafd is geraakt aan deze onzin. Elke zondag aan de buis gekluisterd, witheet van woede over "die klotescheids", die een in hun ogen onterechte kaart uitdeelt. De heldenverering is inmiddels zo belangrijk geworden dat elke actie tegen de held door het volk als onverdraagzame pijn wordt ervaren. Reeds velen hebben zelfs hun eigen gevoel voor succes volledig opgehangen aan de prestatie van die ander. Ook de als held gepositioneerde sporter zelf is zo in zijn eigen heldendom gaan geloven dat zijn reactie weinig verschilt van het volk thuis op de bank. Telkens wanneer hij wordt teruggefloten is daar weer die overdreven verongelijkte blik, en achteraf de traditionele beschuldigingen van partijdigheid.
Nou en? zal menigeen denken. Dan kijk je toch niet? Dat is het probleem. Ik kijk al niet, maar word toch dagelijks met dit gedrag geconfronteerd. De mentaliteit van onaantastbaar willen zijn inclusief het bijbehorende verwende kleutergedrag lijkt steeds meer het dagelijkse leven binnen te druppelen, en daarvoor bestaat geen knop om weg te zappen. Iedereen wil een winnaar zijn, omdat het ons is ingepeperd dat dat het belangrijkste in het leven is. En dan lijkt plotseling elk middel geoorloofd.
Waar het commercialiseren van het feit dat iemand een bal schopt, slaat of gooit al niet toe kan leiden...
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten