zaterdag 19 mei 2012

Een terugblik op dansend geluk


Na een blik op de kalender besefte ik vandaag plots iets bijzonders. Het is eind mei 2012, en dat betekent dat ik dit weekend exact 10 jaar geleden mijn carrière in het ballroomdansen beëindigde. 10 jaar! Man o man wat is die tijd toch snel gegaan. 13 Seizoenen duurde deze prachtige tijd. En dan te bedenken dat ik voor ik begon niets van dansen moest weten. Maar na de allereerste les was ik gelijk verkocht. Niks geen stijve stomme stoffige bejaarden. Nee, gewoon allemaal heel aardige jonge mensen. Ik weet nog goed hoe ik bij mijn eerste bezoek aan de zaterdagse dansavond met open mond naar de topklasse paren van toen zat te kijken. Vol bewondering, en met de overtuiging dat ik het nooit zo ver zou schoppen.

Nu kan ik licht grijnzend op die zaken terugkijken. Na de eerste regionale wedstrijden en de eerste prijzen die ik daar won werd de hunkering naar danskwaliteit steeds groter. Vele les- en trainingsuren per week, en uiteindelijk best aardige succesjes op landelijk niveau. Uiteraard vol trots in prachtige danskleding. En elk jaar gewoon met het afdansen meedoen. Om ook binnen de dansschool bij een speciale gelegenheid een paar mooie dansen neer te zetten. Voor eigen publiek. Niet voor de prijzen, maar gewoon om mensen te laten genieten. En dat brengt me meteen bij het antwoord op de vraag die je jezelf bij dit soort terugblikken altijd moet stellen: Wat was nou het mooiste moment in die 13 jaren? Normaal zou iemand heel veel moeite hebben met kiezen, maar voor mij is het antwoord simpel: Die ene paso doble. Zelfs nu terwijl ik dit schrijf lopen de rillingen nog over mijn rug. En dan te bedenken dat het eigenlijk gewoon een  haastig in elkaar geflanst dansje was.

Het begon enkele weken voor het afdansen. In onze wedstrijdklasse werd geen paso doble gedanst, en daardoor hadden we er eigenlijk zo goed als geen aandacht aan geschonken dat jaar. Maar het afdansen kwam er aan, en we wilde per se een mooie show neerzetten. Voor de niet-kenners onder ons: In de paso doble hoort de choreografie afgestemd te zijn op de muziek, waarin het danspaar op het juiste moment in een mooie pose stil hoort te staan: de highlight. En die choreografie, die hadden we nog niet. En de pose ook nog niet. Daarbij wilden we graag dat het echt onze dans zou zijn dit jaar. Een mooi idee, maar dat betekende dat we nu nog maar twee weken de tijd hadden om een choreografie te bedenken, in te studeren en deze correct te dansen. Hoe gingen we dat voor elkaar boksen?

Eerst maar eens samen bij mijn ouders thuis naar wat videobeelden kijken van wat danstoernooien. Het WK latin van 1994 draait, en we kijken vol bewondering naar de paso doble van onze grote voorbeelden Louis van Amstel en Julie Fryer. "Hé dat is een leuke move voor onze highlight!", roept mijn danspartner Saskia plots. Ik spoel terug en we kijken nog eens. Ja het is een leuke move, maar ook best een heftige om binnen twee weken in te studeren. Ons enthousiasme wint het echter van het gezond verstand, en we spoelen nog een paar keer terug om te zien hoe ze die pose doen. Niet veel later staan we in de woonkamer te oefenen en krijg ik de taak opgelegd om iets creatiefs te verzinnen hoe we die pose in de rest van het programma in te passen. "Jij bent daar goed in. Verzin maar wat leuks en dan gaan we dat volgende week oefenen", is zo ongeveer de opdracht die ik meekrijg.

Wat volgt is een week lang puzzelwerk, en de choreografie die ik in mijn hoofd heb piepklein dansen in mijn woonkamertje van 4 bij 4 meter. Ik heb mezelf die week meerdere malen voor gek verklaard. Maar ja, je wilt een mooie dans neerzetten of niet. De week er op hebben we meerdere trainingsuren gepland om ons de choreografie eigen te maken. Op de dansschool. Alleen. Niemand is er verder bij. Ook de dansleraar niet. Door omstandigheden blijft het trainen echter beperkt tot alleen die eerste twee uur. Een fikse tegenvaller, aangezien het nog lang niet zo loopt als we zouden willen. Maar we hebben geen keus: die avond komt er aan en het moet dan gewoon gebeuren. Ik had echt in tijden niet zoveel spanning in mijn lijf gevoeld. Wat als het compleet mis zou gaan? Als enige paar op de vloer? In een zaal vol publiek? In mijn hoofd ontstond een storm aan gedachten vermengd met danspassen en muziek. Zou dit wel goed komen? Toen was het zover: Onze namen werden aangekondigd door de speakers: "Voor hun Paso Doble zijn hier Thijs Wientjes en Saskia Potman!" The point of no return. We moeten het nu doen. Alles geven wat we hebben. Vol overgave aan de muziek. De zenuwen gieren door mijn keel.

Maar zodra de muziek start gebeurt er iets met me. Binnen een honderdste van een seconde besef ik hoeveel ik van dansen houd en alle zenuwen zijn weg. Bij de eerste beat raak ik in een trance die ik nog nooit eerder heb gevoeld. Lichaam, geest, muziek en partner lijken te versmelten en ik dans de dans van mijn leven. Elke noot vindt zijn weg sneller in mijn hart dan ooit tevoren. En mijn hart laat me expressie geven aan de muziek alsof de vlammen er af vliegen. Althans, zo voelde het op dat moment. In mijn ooghoek zie ik vlak voor de highlight een heel zenuwachtige dansleraar. Hij had geen idee wat voor paso doble we gingen dansen en voelde waarschijnlijk nog meer druk dan mijn partner en ik samen. Choreografie, highlight en het einde gingen gewoon helemaal goed. En toen de muziek stopte was die ene paso doble een feit. Die paso doble die de hele danszaal deed ontploffen. Die paso doble die bij de dansleraar een traan over zijn wang deed rollen. Door wat wij daar op de vloer hadden neergezet.

De enorme kick dat je mensen door de universele taal van dans zo enorm in vervoering kunt brengen, die kan ik gewoon niet beschrijven. Een onbeschrijflijk mooi moment om op terug te kijken. Een dans van nog geen twee minuten, en het applaus ongeveer even kort. Maar in die paar minuten was ik heel even de gelukkigste mens op de hele wereld.

dinsdag 1 mei 2012

Zo leuk kan een feestje zijn.





Een donkere zaal. Een groovy beat. En heel veel feestelijke puntmutsjes. Extravagant geklede prinsesjes die wortels uitdelen. Dan gaat plots de muziek uit, en begint een nog extravaganter prinsesje een verjaardagslied te zingen in operastijl, live begeleid door een violist. De serpentinekanonnen knallen en honderden balonnen dalen neer op een uitzinnig publiek als de groovy beats weer worden opgestart. Een zeer sfeervol begin van wat een geweldige nacht ging worden. Het kon allemaal die avond, want niemand minder dan Isis van der Wel vierde haar 20 jarig jubileum in het vak, en ze was die nacht ook nog eens jarig. 37 is ze inmiddels, en al bijna 20 jaar ben ik een grote fan.

Het begon in de tijd dat er nog leuke housefeestjes werden gehouden in 053. De tijd dat op de flyers ongegeneerd werd geadverteerd met 138dB aan geluidsdruk. Een van de DJ's die avond was 100% Isis, een tot dan toe voor mij onbekende naam. Maar vanaf de eerste plaat die ze op de draaitafel legde wist ik het zeker: deze dame moest ik vaker gaan zien. Het was de eerste van een reeks onvergetelijke avonden die ik aan deze dame met donker haar en (toen nog) boze blik te danken heb.

Wat een mooie herinneringen. Die keer in de Einstein dat ik voor het eerst Carl Craig's Drums Suck Mix van Dave Angel's Airborne hoorde. Die keer in Experience dat ze bij de eerste plaat meteen het tempo drastisch naar beneden haalde tot een niveau waar wel lekker op te swingen was. Waarna mijn neefje en ik nog ongeveer de enige heren op de dansvloer waren tussen verder alleen maar mooie dames.

Inmiddels zijn we 20 jaar verder. En weer was het een geweldige nacht. Een feest der herkenning. Af en toe een brok in mijn keel vanwege de mooie herinneringen die sommige nummers bij me oproepen. Afgewisseld met een extreem gevoel van vrolijkheid wanneer de hele zaal compleet off the grid ging op klassiekers als Jaydee's Plastic Dreams. 

Tegelijkertijd voel ik na zo'n nacht dat ook voor mij de jaren gaan tellen. Dan groeit weer het besef dat vele van mijn leeftijdgenoten de periode van dansen tot diep in de nacht al lang en breed achter zich hebben gelaten. Menigeen zal mij maar een onvolwassen ventje vinden dat zijn jeugd niet af kan sluiten. Tegen die mensen kan ik maar één ding zeggen: Open je ogen, je oren en vooral je hart. Muziek is mooi! Draai het volume open, laat de combinatie van klanken die aansluiten bij jouw ziel in vol volume diep in je hart komen, en sta open voor alles wat dat met je doet. Laat jezelf in vervoering brengen, zing mee, dans, lach of huil. En besef hoe geweldig het is dat de menselijke creativiteit van iets basaals als geluidsgolven een vorm van kunst heeft kunnen maken!

vrijdag 9 maart 2012

Smachten naar mijn nieuwe liefde!


"Wat? Een Volvo? Jij?", is de eerste reactie die ik van veel mensen kreeg toen ik vertelde dat ik een C30 had besteld. En eerlijk is eerlijk, ikzelf had een paar jaar geleden ook niet kunnen voorspellen dat ik een Volvo rijder zou gaan worden. Hoe ik er dan toch toe kwam er een te bestellen? Dat ging eigenlijk best vlot.

Nadat ik eerder stiekem verliefd was geworden op de Lexus CT200h om er vervolgens achter te komen dat die van de leaselijst af ging kon ik na een korte huilbui een nieuwe zoektocht gaan inzetten naar een voiture.

Volvo was een van de overgebleven merken in de beperkte lijst, en ik ben gewoon voor de zekerheid bij een dealer naar binnen gestapt om te vragen of er nog interessante actiemodellen waren. Toen kreeg ik de brochure van de C30 R-Edition onder mijn neus en ik was meteen verkocht. Alle anderen was ik al snel vergeten en ik maakte meteen een afspraak voor wat proefritten. De strijd ging tussen de C30 D2 R-Edition en de V50 Limited edition. Die laatste vooral om te zien of praktisch nut voor mij van meerwaarde kon zijn.

Als eerste de V50. Na 500 meter rijden was het oordeel al geveld. Wat een bejaardenbak! Geen moment het idee dat ik één was met de auto. De rit in de C30 was wat dat betreft een verademing. Wat stuurt die bak heerlijk scherp en strak zonder teveel aan comfort in te boeten. Het besluit was definitief, en de bestelprocedure was in gang gezet voor een Volvo C30 D2 Drive start/stop R-Edition Professional line in Sapphire Black metallic.

En oh oh oh, wat is ze mooi! Die prachtige brede heupen. Die scherpe smoel. De eenvoud waarmee zij en ik samen één worden als een prachtig danspaar waarbij zij elke hint van mij begrijpt, elke leidende actie opvolgt en me daarbij precies teruggeeft waar ik om vroeg. En dat met zoveel prachtige souplesse!

En ook al zullen veel mensen haar van binnen als enigszins zwart/wit betitelen; voor mij is dat precies juist. Ik weet haar innerlijk te waarderen zoals dat moet bij een dame van haar soort. Durf te genieten van de innerlijke rust en haar eenvoud, en je zult net als ik zien dat dat de allermooiste vorm van schoonheid is die iemand je kan bieden.

Inmiddels staat ze bij de dealer op me te wachten. Vanaf vrijdag de 16e zijn we definitief samen. Ik weet het 100% zeker: Als wij eenmaal samen zijn, ben ik mijn verdriet over die Japanse dame in no-time voorgoed vergeten!


Kusje,


Mr. T-REX

zondag 29 januari 2012

Topsport? Nee dank je.


Dat ik niet bepaald 's werelds grootste voetbalfan ben mag bij een ieder inmiddels wel bekend zijn. Het is al zo erg dat ik het competitieschema angstvallig in de gaten houd om te kunnen bepalen welke hashtags ik op twitter nu weer moet gaan filteren. Het zijn de zondagmiddagen dat ik de meeste moeite heb om met een open mind naar de wereld en de mensen om mij heen te blijven kijken. Jullie moeten me geloven: ik heb in de basis eigenlijk niets tegen sport. Ook niet tegen voetbal. Iets dat een hele grote groep mensen wekelijks voorziet van oprechte gevoelens van vreugde heeft voor mij in de basis net zoveel waarde als een goed gesprek, een mooie theatervoorstelling, een ontroerend muziekstuk of een tango vol van passie. Het maakt voor mij daarbij geen verschil of je de vreugde beleeft door het zelf te doen of door er alleen naar te kijken. Om met een cliché te smijten: Het zijn juist deze kleine dingen die ons leven zo speciaal maken.

Maar daar zit hem precies het probleem. Er kwam een dag waarop een groep commercieel belanghebbenden bepaalde dat ze bergen met geld konden verdienen door die kleine dingen groter te maken dan ze werkelijk zijn. Het enige dat je hoeft te doen om het gewone volk daar ook in te laten geloven is hen lang genoeg bombarderen met dezelfde boodschap. Om die boodschap van de grootsheid van topsport kracht bij te zetten maak je gebruik van zorgvuldige positionering van door het volk te vereren helden, het liefst in combinatie met een beetje brand placement hier en daar. Het gaat immers niet alleen om de macht, maar vooral ook om de knikkers.

Na de "heldendaden" zorg je dat op elke TV zender een groep mensen bij elkaar komt om de boel nog eens flink te analyseren. De volgende dag zorg je dat de kranten bol staan van artikelen waarin de analyses van de vorige avond nog even grondig worden doorgelicht. Zodat het volk goed beseft hoe ongelooflijk belangrijk deze heldendaden en het bijbehorende heldendom wel niet zijn.

Na jaren van dit soort psychische terreur is inmiddels het stadium bereikt dat een groot deel van de volksmassa volledig verslaafd is geraakt aan deze onzin. Elke zondag aan de buis gekluisterd, witheet van woede over "die klotescheids", die een in hun ogen onterechte kaart uitdeelt. De heldenverering is inmiddels zo belangrijk geworden dat elke actie tegen de held door het volk als onverdraagzame pijn wordt ervaren. Reeds velen hebben zelfs hun eigen gevoel voor succes volledig opgehangen aan de prestatie van die ander. Ook de als held gepositioneerde sporter zelf is zo in zijn eigen heldendom gaan geloven dat zijn reactie weinig verschilt van het volk thuis op de bank. Telkens wanneer hij wordt teruggefloten is daar weer die overdreven verongelijkte blik, en achteraf de traditionele beschuldigingen van partijdigheid.

Nou en? zal menigeen denken. Dan kijk je toch niet? Dat is het probleem. Ik kijk al niet, maar word toch dagelijks met dit gedrag geconfronteerd. De mentaliteit van onaantastbaar willen zijn inclusief het bijbehorende verwende kleutergedrag lijkt steeds meer het dagelijkse leven binnen te druppelen, en daarvoor bestaat geen knop om weg te zappen. Iedereen wil een winnaar zijn, omdat het ons is ingepeperd dat dat het belangrijkste in het leven is. En dan lijkt plotseling elk middel geoorloofd.

Waar het commercialiseren van het feit dat iemand een bal schopt, slaat of gooit al niet toe kan leiden...

zondag 15 januari 2012

Mr. T-REX, uw azijn zeikende autojournalist


Het zal sommigen niet ontgaan zijn. Ik rijd sinds kort in een andere auto. De Golf stond al bij de dealer voor onderhoud toen ik te horen kreeg dat ik die auto niet meer terug zou krijgen. Het contract was al verlopen, en dat was men mij even vergeten te melden. Het gevolg was een reis langs 3 verschillende auto's binnen een week. Veel hectiek, maar ook een mooie kans om de verschillende bolides eens met elkaar te vergelijken. Was was goed, en wat was slecht? Ik heb als gepassioneerd azijnzeiker eigenlijk vooral minpunten. Minpunten die al weken door mijn hoofd stormen en die er nu echt even uit moeten. u bent dus gewaarschuwd!

De eerste vervanging van de Golf was een Volkswagen EOS. Dat klinkt toch niet verkeerd zou je zeggen. Zeker als blijkt dat het een uitvoering met 200PK, sportstoelen en rode leren bekleding betreft. Mijn eerste reactie was dan ook vooral teleurstelling in het weer. Krijg je een keer een auto met klapdak mee, komt er dermate veel vocht uit de hemel dat na vijf minuten open rijden een zwembad als extra luxe accessoire aan de bolide is toegevoegd. De teleurstelling richt zich echter al snel op andere zaken. De EOS blijkt enkele ontwerp missers in zich te hebben waar je de autojournalisten vreemd genoeg nooit over hoort. Hardop praten is bijvoorbeeld iets wat je beter niet kunt doen. De akoestiek van het interieur is hetzelfde als die van de gemiddelde badkamer. Probeer maar eens een fatsoenlijk gesprek te voeren wanneer je omringd bent door echo en galm. Als je via een carkit communiceert met een van je zakenpartners denkt de andere kant dan al snel: "Goh, hij zit zeker net te schijten." Dat lijkt me toch een alleszins ongewenst bijeffect voor een auto van ruim €45.000. En dan heb ik het nog niet eens gehad over het overdadige windgeruis, het enorme gebrek aan grip op de voorwielen en het voor een dergelijke auto te saaie interieur. Nee, de EOS is niets voor mij. Dit ding is ook nooit ontworpen om door het leven te gaan als auto. Het is gewoon een zeer prijzig mode-accessoire en niet meer dan dat.

Dezelfde dag nog wordt de EOS omgeruild voor een Opel Astra. Dat er mensen zijn die bewust voor dit vehikel kiezen gaat mijn voorstellingsvermogen ver te buiten. Dit is echt de slechtste auto die ik in jaren heb gereden. Een motor die zeer slecht oppakt bij het wegrijden (zoals dat bij Opel al jaren het geval is), een lelijk en onoverzichtelijk dashboard, onlogische bediening, vaag en nerveus weggedrag, een stuur en schakelpook die zeer onprettig in de hand liggen en bovenal slechte stoelen. Maar dan ook echt hele slechte stoelen. In een poging iets te fabriceren dat lijkt op een lendensteun zit onderaan de rugleuning een soort bochel gefabriceerd die je continu zeer oncomfortabel naar voren duwt. Doordat je dan bijna 10cm te ver naar voren zit, biedt de zitting ook geen enkele steun meer. Na een ritje Enschede-Rotterdam kwam ik die maandag compleet gebroken de auto uit. Ik denk dan meteen: "Hoe kan dit?". Hoe is het mogelijk dat een heel leger aan testrijders en autojournalisten in dergelijke zetels plaatsneemt en de verschrikkingen van dit inferieure merk ervaart, maar dat niemand gewoon eerlijk zegt dat ze beter andere stoelen kunnen monteren? De enige reden dat er nog Opels verkocht worden is volgens mij dat er een hele grote groep kuddedieren is die gewoon niet beter weet. Als hun huidige Opel niet meer verder kan gaan ze niet op zoek naar een nieuwe auto, maar bellen ze gewoon met de lokale Opel garage om te vragen wat ze op dit moment hebben staan. Één ding is zeker: mij zullen ze daar wat mij betreft nooit meer zien.

Gelukkig is de Astra na een week omgeruild voor een auto waar ik wel langer dan een kwartier in kan rijden zonder pijn in rug en benen. Is de Peugeot 308 dan een goede auto? Nee, dat zeker niet. Het rijdt best behoorlijk zij het wat nerveus. De ruimte binnenin is prima. Voorin is hij zelfs zo ruim dat de meeste knoppen op het dashboard buiten mijn bereik liggen. Met die knoppen bedien ik radio, CD speler, telefoon en navigatie. De auto stoppen en na een tijdje weer starten brengt het hele systeem danig in de war. De navigatie wil de route hervatten, maar brengt hem niet in beeld. In plaats daarvan laat ze de radiozender zien die ze voor me geselecteerd heeft. De knop "navigatie" indrukken heeft als resultaat dat ik een lijst met meest recente bestemmingen voor mijn neus krijg. Een optie om mijn huidige route op het scherm te krijgen is er echter niet. Ook dat zijn van die dingen waarvan ik verwacht dat het in een testrapport terugkomt als onacceptabele vorm van gebruikersonvriendelijkheid. Maar usability komt in het woordenboek van de meeste autofabrikanten blijkbaar niet voor.

Ja ik weet het. Ik ben veeleisend. Een azijnzeiker. Feit is echter wel dat ik in elk IT project volledig afgefikt zou worden als dergelijke fouten hun weg zouden vinden in de opgeleverde oplossing. Dat men in een industrie die al vele malen langer bestaat dan de IT dit soort fouten blijkbaar wel normaal vindt is iets wat ik nooit zal begrijpen. En dat moest ik nou even kwijt.

Electronic dance music, voor jong en oud!





"Clubs are the lifeblood of any culture. Festivals are the celebration"

Een mooi citaat van Erol Alkan, de meester achter de draaitafels dankzij wie ik gisteren (of eigenlijk vannacht) weer eens ouderwets los kon gaan. Elektronisch, hard-slamming, maar tegelijk ook heel groovy en altijd verrassend. Dat is hoe ik zijn stijl zou omschrijven. Ook een stijl die me gisteren weer deed denken aan begin jaren '90. Een tijd waarin de elektronische muziek (of house) nog met argusogen werd bekeken. House was gewoon een lading pulp voor de jeugd. Een rage die net zo snel weer zou verdwijnen als hij opgekomen was.

Niets blijkt minder waar dan dat zo blijkt al die jaren later. De dance lijkt te leven als nooit tevoren. De hele zomer is het één grote keten van het ene festival na het andere. Elk weekend staan er wel mooie club avonden op het programma, al zijn de betere feestjes helaas ver van ons mooie Enschede verwijderd. Dat is het enige dat ik echt mis in Enschede: de durf om voor wat meer uitgesproken nieuwe dingen te kiezen. "Enschede, stad van eenheidsworsten", denk ik wel eens. Maar laat ik niet afdwalen, het ging over de dance cultuur.

Alleen voor de jeugd is die cultuur al lang niet meer. OK, ik geef toe: Gisteren voelden mijn neef en ik ons met onze 32 en 37 jaren best oud in vergelijking tot de jonge begin twintigers. Maar de enigen waren we zeker niet. Op Mysteryland zijn we zelfs verre van de oudste bezoekers. Ik heb daar al menig witharig feestbeest uit zijn dak zien gaan. Ook de DJ's zijn niet allemaal jonge broekies. Rauw resident Joost van Bellen is 50 jaar. En ook de andere helden van het eerste uur als Derrick May en Dimitri (respectievelijk 48 en 44 jaar) zijn inmiddels hard op weg om Abraham te gaan ontmoeten. Zet ze echter achter een draaitafel en ze zetten een kick-ass set neer alsof ze nog steeds begin twintig zijn.

Dance zal niet meer verdwijnen. Zelfs als we oud en versleten zijn zullen we op geheel eigen wijze uiting geven aan de vreugde die deze muziek bij ons teweeg brengt. Echt dansen zal het wel niet meer zijn. Maar tegen die tijd zijn er vast wel speciale scootmobielen, rolstoelen en zelfs bedden met een speciale "house party" knop, zodat onze brainwaves bij elke beat automatisch worden omgezet is robotachtige of bijna spastische moves.

Tot voor kort was ik echt heel bang voor de ouderdom. Maar met deze wetenschap maakt die angst plaats voor wat je bijna verlangen kunt noemen. Het leven is leuk, en het zal fantastisch eindigen. OMG wat wordt dat over een halve eeuw of wat een vette party in het tehuis!